Jeroen Dubbeldam: Europees, Wereld én Olympisch kampioen. Na 30 jaar topsport runt hij nu een succesvolle stal. Zijn focus is het trainen en opleiden van jonge getalenteerde paarden en ruiters, om ze klaar te maken voor het hoogste niveau van de sport. "Investeren in je toekomst is belangrijk: je moet eerst investeren voordat je kunt oogsten."
Olympisch goud in Sydney
In 2000 won Jeroen Olympisch goud in Sydney. “Het is vooral mentaal zwaar. Er gaat een hele lange voorbereiding aan vooraf voor eigenlijk een paar minuten echt knallen. De eerste ronde is 90 seconden. Tweede ronde nog iets minder seconden. En daarna nog de barrage.” Van de drie deelnemers van de barrage was Jeroen als tweede aan zet. “De eerste deelnemer was ook een Nederlander. Hij was snel, maar maakte net op de laatste hindernis een fout.” Jeroens paard De Sjiem stond niet bekend om zijn snelheid, maar om zijn foutloosheid. “Ik koos voor de strategie ‘foutloos binnen een vlotte tijd’, om de druk op te voeren voor de laatste ruiter.” De laatste ruiter begon erg snel, maar maakte al bij de tweede hindernis een fout. En toen wist Jeroen het, die gouden plak was voor hem!
Paard als mental coach
Er wordt gevraagd of Jeroen gebruik maakte van een mental coach. “Mijn paard is mijn mental coach. Er is zoveel controle en vertrouwen tussen paard en ruiter. Een perfect combinatie waarbij je elkaar voor 100% vertrouwt. Als je je paard volledig aan jouw kant hebt staan en je hebt als ruiter alle touwtjes in handen, ben je mentaal zo sterk! Daar komt niets meer tussen. De combinatie paard en ruiter moet echt één zijn.”
Topsport
“Je bent topsporter en trainer tegelijkertijd, van meerdere paarden. Je hebt in principe een elftal aan paarden. Als je zoveel paarden op een dag rijdt, blijf je fit.” Jeroen geeft aan dat hij nooit getraind heeft in de sportschool. “Je bent er zeven dagen in de week mee bezig en dat is niet van negen tot vijf, maar 24/7."
Investeer in je toekomst
Je moet eerst investeren om te kunnen oogsten. “Vanaf mijn 18e heb ik in Zwitserland de kneepjes van het vak geleerd. Ik ben altijd eigen baas geweest en bepaalde alles zelf. Na de Olympische Spelen in 2016 is mijn mindset veranderd. Ik ben het zakelijk gaan bekijken.” Hij kreeg aanbiedingen om mensen te gaan trainen. Nu begeleidt hij ruiters in hun weg naar succes. “30 jaar topsport heeft geld gekost. Het prijzengeld is helaas niet winstgevend. Nu ligt de focus op paarden én ruiters trainen!”
Jeroen is na havo4 naar Zwitserland vertrokken en heeft daar zijn training en opleiding gehad. “Vroeger waren er geen hogescholen waarbij je een opleiding met topsport kon combineren. Ik heb er spijt van dat ik nooit een diploma heb behaald. Gelukkig zijn er nu wel scholen, zoals Tio Business School, waarbij je topsport én studeren kunt combineren.”
Vragen van de studenten:
- Paarden zijn levende wezens, neem je dan een reservepaard mee voor het geval je eigen paard ziek wordt?
“Goeie vraag! Tijdens de Olympische Spelen in Sydney koos Nederland ervoor om een reservepaard mee te nemen. Je kan bijvoorbeeld ook een reservepaard én ruiter meenemen.” - Wie is de topsporter: de ruiter of het paard?
“Het paard doet het meeste fysieke werk, deze moet over de hindernissen springen. Maar als ruiter ben je er ook heel druk mee. Dus eigenlijk 50/50.” - Je was vlaggendrager bij Olympische Spelen in Rio. Hoe word je zoiets?
“Daar word je voor gevraagd door de chef de mission. Het was een mooie ervaring en uniek moment!” - Hoeveel uur trainde je De Sjiem?
“Drie uur verspreid over de dag. De Sjiem heeft ook paarden naast zich nodig voor andere wedstrijden. Je kan een team aan paarden meenemen voor een wedstrijd en de finale laten rijden het toppaard, in dit geval De Sjiem.“ - Heb je veel concessies moeten doen?
“Ja, als je topsport bedrijft moet je veel concessies doen. Vooral mijn sociale leven heeft eronder geleden." - Je bent vast weleens van het paard gevallen. Hoe ga je daarmee om?
“Als het kan, meteen weer op het paard klimmen en het vertrouwen terugwinnen. Alles wat jij doet én denkt voelt een paard. Een klein beetje onzekerheid kan een paard al oppakken.”